21 juli 2022
Vincent van Gogh schilderde dit stilleven kort na zijn ontslag uit het ziekenhuis, waar hij aan het herstellen was van de rampzalige laatste dagen van Paul Gauguins verblijf bij hem in Arles. In een lange brief aan zijn broer Theo, die hij op 23 januari 1889 verstuurde, vertelt hij over dit schilderij. Hij schrijft ook aan zijn broer dat hij geld nodig heeft en hoopt schilderijen te verkopen. Hij heeft dit stilleven waarschijnlijk geschilderd met zijn mogelijke kopers in zijn achterhoofd.
Van Gogh voelde zich duidelijk aangetrokken tot de vormen en kleurschakeringen van de citrusvruchten in het rieten mandje en de manier waarop de verschillende ronde vormen afsteken tegen de gevlochten droge takken en de stekelige naalden van de cipressentakken. In zijn brief schrijft Van Gogh dat het schilderij ‘iets chics’ heeft; waarschijnlijk dacht hij dat vanwege de blauwe tuinhandschoenen. Het kunstwerk laat het buitengewoon originele kleurgevoel en de enorm krachtige penseelstreken van de schilder zien. Je kunt zien hoe hij op bewonderenswaardige manier de bobbelige wasachtige schil van het fruit, de stekels van de takken en de slappe stof van de gedragen handschoenen tot leven heeft gebracht.
In de brief aan Theo schrijft de kunstenaar ook over het zwaarmoedige afscheid van zijn goede vriend Joseph Roulin, die zijn familie tijdelijk had verlaten voor een nieuwe baan in Marseille. Binnen een maand zou Van Gogh weer terug zijn in het ziekenhuis na een tweede psychische instorting.